16.01.2025
De laatste tijd worden meer en meer bedrijven benaderd door Belgische of buitenlandse gemachtigden, waaronder opvallend vaak Duitse advocatenkantoren, met de melding dat zij een auteursrechtelijk beschermde foto zouden hebben gebruikt op hun website of op sociale media en dat daardoor gehouden zijn tot het betalen van een substantiële schadevergoeding.
Een foto kan beschermd zijn door het auteursrecht maar is dit niet altijd. Dit zal pas het geval zijn indien de foto doet blijken van een voldoende mate van “originaliteit” (niet te verwarren met een bepaalde graad van artistieke kwaliteit).
Indien een foto voldoet aan de voorwaarden om beschermd te worden onder het auteursrecht, dan heeft dit tot gevolg dat voor het gebruik van een betreffende foto de voorafgaande toestemming vereist is van de maker (auteur) of van de houder van de auteursrechten (auteursrechthebbende). Dit geldt ook indien de betreffende foto zonder enige waarschuwing op het internet werd teruggevonden en daar werd gekopieerd of gedownload. Kan er geen toestemming worden bewezen, dan heeft de auteur of auteursrechthebbende recht op een schadevergoeding.
Het hof van beroep te Antwerpen heeft zich recent, in een aantal arresten, uitgesproken over de wijze waarop auteurs of latere rechthebbenden, via daartoe gespecialiseerde ondernemingen en/of advocaten, de staking van een auteursrechtelijke inbreuk en het innen van een schadevergoeding kunnen nastreven.
Hieronder sommen wij de belangrijkste take-aways op:
- De auteur moet op grond van de “stelplicht” aantonen waarom de foto in kwestie bescherming geniet onder het auteursrecht. De auteur moet blijk geven van een “eigen intellectuele schepping die een uitdrukking van diens persoonlijkheid” draagt. De auteur moet verduidelijken welke creatieve keuzes hij gemaakt heeft. Esthetiek of inventiviteit zijn geen beslissende factoren.
- Een inbreuk op auteursrechten doet een recht op integrale schadevergoeding ontstaan in hoofde van de auteur. Het beginsel is dat enkel werkelijke schade dient bewezen te worden en dat er geen repressief karakter verbonden mag zijn aan de te betalen vergoeding. De schadevergoeding dient concreet beoordeeld te worden, dan wel forfaitair (“naar redelijkheid en billijkheid”), bijvoorbeeld aan de hand van gebruikelijke tarieven in de sector (bv. de tarieven van de beheersvennootschap SOFAM, met dien verstande dat slechts 80% aan de auteur toekomt). Daarbij staat de potentiële vergoeding die de auteur ontvangen zou hebben, bv. indien er een gebruikslicentie zou zijn aangevraagd, centraal. Ook wordt rekening gehouden met de gemiste kans van de auteur om een licentie te onderhandelen dan wel geen toestemming te geven en de inbreuk op de morele rechten van de auteur (bv. recht op naamsvermelding).
- De auteur – of de gemachtigde die hem/haar vertegenwoordigt – kan zich schuldig maken aan “rechtsmisbruik” bij het in gebreke stellen van inbreukmakers. Zo worden een aantal minimumvereisten weerhouden bij het in gebreke stellen van inbreukmakers. De ingebrekestelling dient tijdig te gebeuren, er moet voldoende informatie en bewijs geleverd worden (over de auteur, over de bescherming onder het auteursrecht (“stelplicht”) en over de inbreuk), de gevorderde bedragen mogen niet exorbitant zijn (zie hoger), er moet een redelijke opvolging gebeuren en/of onderhandeling gevoerd worden, er moet een redelijke termijn gegeven worden om de inbreuk te staken, etc. Indien auteurs hier niet aan voldoen en misbruik maken van hun rechten, kan dit in rekening gebracht worden bij het bepalen van de schadevergoeding.
Wordt u aangemaand wegens een beweerde inbreuk op auteursrechten? Merkt u een inbreuk op uw auteursrechten op? Hebt u een andere vraag omtrent auteursrechten? Aarzel niet om ons te contacteren voor advies en/of bijstand in een gerechtelijke procedure.
Brent De Jonghe
Timothy Van de Gehuchte